Alpe d'HuZes/Mathijs Douwe Team

Ter nagedachtenis aan Mathijs, 18 mei 2008 op tien-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van een hersentumor.





zondag, mei 18, 2014


 MATHIJS                (12 mei 1998 - 18 mei 2008)








We mis you



Vandaag alweer een dag voorbij

De trieste dag op

achtien mei

We missen jou heel veel

You terug dat is wat ik wil

De tijd vliegt voorbij

Ik vindt het triest voor ons allebei

Vaak laat ik nog een traan

En dan besef ik dat je echt weg bent gegaan


XXX van je kleine zusje


(




(gedicht door Fredrieke geschreven op 19 mei 2008, de dag na het overlijden van Mathijs)


zaterdag, mei 17, 2014

"Geen tweede als jij"

Het overlijden van Mathijs was onvermijdelijk. ‘Een half jaar tot een jaar’ voorspelde de oncoloog begin juli 2007 toen zij het slechte nieuws bracht. Het werden tien maanden. Maar dat weet je niet vooraf. Zondag 18 mei overviel ons toch.


De maanden vooraf hebben we regelmatig gesproken met ds. Buurma. Mede door zijn hulp, begeleiding en inbreng werd het een mooie en bijzondere afscheidsdienst in kerk de Lichtboog in Almere-Stad.

Ieder jaar denkt ds. Buurma aan ons. Gisteren zond hij ons het volgende gedicht van Yvonne van Emmerik:



Geen tweede als jij.

Wat is in een naam?
Een mensenleven
een droom, een gestalte
een toekomstwens
geboren zijn en 
"zo zal je heten"
iemand worden: deze mens.

Genoemd en geroepen
betekenis gekregen
geen tweede als jij:
jouw  denken, jouw  doen
jouw  horen, jouw  zien
jouw  voelen, jouw  weten
jouw  lachten, jouw  huilen
jouw  ruiken, jouw  proeven



jouw  spreken, jouw  zwijgen
jouw  toedoen
heeft blijvende sporen op aarde getrokken
't gemis heeft jouw omtrek,
geen tweede als jij.

Wat is een naam?
Een leef-tijd
een afscheid
volte en leegte
een naam gaat voorbij.
Maar niet de jouwe, Mathijs, niet jouw naam
niet jij


vrijdag, mei 16, 2014

Klaprozen en familieweekend

Lieve Mathijs,


Precies zes jaar geleden zaten papa en ik in dubio, wat doen we? Gaan we wel of niet naar het jaarlijkse familieweekend in Stevensbeek? Je was al zó ziek op dat moment. Toen je ’s ochtends in bad zat draaide één van je ogen weg, een licht epileptisch toevalletje. Jij hoorde onze twijfels over al dan niet gaan, maar hielp die meteen omver: natúúrlijk gaan we naar het familieweekend. Voor jou waren deze weekenden het hoogtepunt van het jaar en je keek er in de maanden voorafgaand al heel erg naar uit.


Ik kan me de autorit vanuit Almere naar Stevensbeek nog goed herinneren: je had last van hoofdpijn en onderweg in de auto had je soms een kleine absence. Op een gegeven moment ben ik bij je op de achterbank gaan zitten. Jij aan de ene kant, de bak met medicatie aan de andere kant. Je had al een maagsonde en zo kon ik je ‘gelukkig’ de medicatie gemakkelijk inspuiten en hoefde ik je niet te belasten door je medicijnen in te laten nemen.

Terwijl wij zo op de achterbank zaten,  jij al zo ziek, kwamen we ook nog eens in een vreselijk lange file terecht. Jij bleef echter oog houden voor de omgeving: "wat een prachtige klaprozen staan hier in de berm mam!" En ja ze waren prachtig. 


Toen ik eergisteren bij je grafje was zag ik, en deze had ik nog nooit eerder gezien, vier oranje klaprozen in het perkje staan. Zo bijzonder. Ik heb er rode en witte petunia's bijgeplant en samen met blauwe lobelia en de oranje klaprozen vormen ze de WK-kleuren.

Aangekomen in Stevensbeek wilde je graag naar opa en oma, die in het dorp een patatje zaten te eten. Ook wilde je even bij de kroketten, frikadellen, etc in de vitrine van de cafetaria zelf kijken. Het bleef bij kijken, want echt eten deed je niet meer. 's Avonds heb je nog, zittend in de rolstoel, genoten van jouw neefjes en nichtjes die meededen aan de karaoke. Zo'n bikkel en lieverd was je: nooit klagen, maar dragen, altijd die wolk en die zon tegelijk kunnen zien. Hoe deed je dat toch?


Zaterdagochtend bleek meteen al, dat je je niet lekker voelde. Je gaf over en bent al snel weer terug naar bed gegaan. Ik eerst mee, aan het begin van de middag kwam papa bij jou liggen. Je kreeg een zware epileptische toeval. Papa riep mij erbij en ik heb je stesolid toegediend. Omdat de epileptische aanval ook toen niet stopte hebben we na tien minuten de ambulance gebeld. Toen de ambulancechauffeurs je kamer binnenliepen was je weer helemaal bij. Tegen jouw zin moesten we toch mee, naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis (in Nijmegen). Ik heb jou de trap afgedragen. Dat wilde je graag en terwijl ik je droeg overlaadde je mij met kusjes in mijn hals. Alsof je het aan hebt voelen komen... In de ambulance maakte je nog grapjes met me. Als we weer met aardige vaart de bocht omgingen of over een heuveltje reden zei je “die chauffeur heeft zeker een borrel op.“ En bedacht je de grap "je zal maar in een ambulance zitten en zingen: ‘we zijn er bijna’ "... Ja, zo was jij Mathijs, een jongen met humor.

In het ziekenhuis ging het al snel helemaal fout. Je kreeg twee grote epileptische toevallen achter elkaar. 's Nachts mochten papa en ik bij jou op de kamer blijven slapen. De volgende dag, zondag, werd je aan het begin van de middag met de ambulance overgebracht naar het AMC. Dat wilde je graag, want daar was je bekend met de verpleging en omgeving. Nog voordat je op de afdeling was kreeg je een volgende aanval. Kort daarop staakten de artsen de hulpverlening en ben je in het bijzijn van papa in mijn armen gestorven. Fredrieke was op dat moment bij opa en oma in de auto op de terugweg vanuit Stevensbeek. Zij kwamen meteen naar ons toe. Tranen vloeien weer langs mijn wangen als ik dit zo op schrijf.



Dit weekend zitten we op precies dezelfde dagen, 16, 17 en 18 mei, in Stevensbeek. Het zal heftig zijn. Je was nu 16 jaar geweest en had er vast weer met plezier naar toegegaan. Morgen gaan we met de familie naar de Efteling en zal ik voor jou een ritje in een achtbaan maken.... Want, ik zal twee levens leven met jou in mij (uit lied Rob de Nijs).


Dikke kus.

Mama